zelfkweller

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zelfkweller    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zelf·kwel·ler
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zelfkweller zelfkwellers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dezelfkwellerm

  1. iemand die zichzelf pijn doet
     In het geweldige verhaal 'De kostganger' is de vraag: 'Was ik een zelfkweller?'[2]

Gangbaarheid

  • Het woord zelfkweller staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron “Frans Pointl” (21 september 2013), de Volkskrant
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.