zelfverantwoordelijkheid
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zelfverantwoordelijkheid (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zelf·ver·ant·woor·de·lijk·heid
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zelf zn en verantwoordelijkheid zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zelfverantwoordelijkheid | zelfverantwoordelijkheden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de zelfverantwoordelijkheid v
- aanspreekbaar zijn op behaalde resultaten (ook als deze minder goed zijn)
- ▸ RBS benadrukte dat het ging over misdragingen van enkele werknemers en dat de manipulatie gebeurde zonder dat deze was goedgekeurd door de bestuurders van de bank. Typisch indekgedrag van mensen zonder zelfverantwoordelijkheid. Wel de lusten (bonussen en hoge winsten), niet de lasten (boete doen wanneer ze ontmaskerd worden).[1]
- ▸ Als jij bereid bent om aangesproken te worden op de door jou behaalde resultaten, goed dan wel slecht, dan heb je een bijzonder hoge mate van zelfverantwoordelijkheid ontwikkeld.[2]
Gangbaarheid
- Het woord zelfverantwoordelijkheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron STEN LEMMENS“Cocktail van hebzucht” (20 jun. 2013), De Telegraaf
- ↑ Weblink bron “Perfecte personeelsformule” (11 jun. 2014), De Telegraaf
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.