zelfvergroting

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zelfvergroting    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zelf·ver·gro·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zelfvergroting zelfvergrotingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dezelfvergrotingv

  1. het zichzelf belangrijker maken of vinden dan men werkelijk is
     Hij is steeds heus, evenwichtig, groot- en vrijmoedig en zeker niet blind voor Mansholts schaduwzijden, zoals zijn drift en neiging tot retroactieve zelfvergroting. Niets op aan te merken allemaal.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord zelfvergroting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    H.J. Schoo
    “Ongrijpbare rationalist met opdracht” (23 juni 2006), de Volkskrant
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.