zelfwegcijfering
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zelfwegcijfering (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zelf·weg·cij·fe·ring
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zelf zn en wegcijfer ww met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zelfwegcijfering | zelfwegcijferingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de zelfwegcijfering v
- geen rekening houden met het eigenbelang
- ▸ Brons' pianistiek gaat niet over oppoetsen maar over uitvijlen, en niet over doordrukken maar over inhouden en intomen. Een methode van zelfwegcijfering die makkelijk met schoolsheid te verwarren valt.[2]
Synoniemen
- zelfloochening, zelfopoffering
Gangbaarheid
- Het woord zelfwegcijfering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Roland de Beer“Mozart: Rondo in a, sonates, fantasie” (5 april 2007), de Volkskrant
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.