zemelig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zemelig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ze·me·lig
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van zemel met het achtervoegsel -ig
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen zemeligzemeligerzemeligst
verbogen zemeligezemeligerezemeligste
partitief zemeligszemeligers-

Bijvoeglijk naamwoord

zemelig [1]

  1. (pejoratief) vervelend, zeurderig, klagend, zanikend
    • Een zemelige dame staat in het journaal te verkondigen hoe slecht houtkachels en open haard in haar ogen zijn en dat ze daar mogelijk hinder van ondervindt. Te gek om los te lopen in deze wereld, vindt Jan van Schagen. [2] 
    • „Laat ik dan, om niet in mineur te eindigen, constateren dat je een fijne essaybundel hebt geschreven, Herman, met vooral oog voor vrouwelijke auteurs, maar dan gelukkig niet op zo’n zemelig-correcte Philip Huff-manier. Als uitsmijter een aanbeveling: Asymmetry, de debuutroman van Lisa Halliday. Vreemd én vertrouwd, ultrageestig, briljant gecomponeerd.” [3] 
  2. met zemelen

Gangbaarheid

  • Het woord zemelig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
76 %van de Nederlanders;
69 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.