zemel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zemel    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈzeməl/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ze·mel
Woordherkomst en -opbouw
  • [A] via Middelnederlands semele van Latijn simila "tarwemeel", in de betekenis van ‘vlies van graankorrels’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1220 [1] [2] [3]
  • [B] afgeleid van  zemelen ww  zonder de achtervoegsel -en, mogelijk onder invloed van [A] [4]
[A] enkelvoud meervoud
naamwoord zemel zemelen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

[A]dezemelv/m

  1. (voeding) huls en kiem van een graankorrel die bij het malen daarvan worden afgescheiden en fijngemaakt
     Granen bestaan uit zetmeel met daaromheen een vliesje, de zemel, en een kiem met voedingsstoffen.[5]
  2. (figuurlijk) iets of iemand die minderwaardig wordt gevonden
     Juffrouw Van Toossen was een dom stuk zemel.[6]
Afgeleide begrippen
[B] enkelvoud meervoud
naamwoord zemel zemels
verkleinwoord zemeltje zemeltjes

Zelfstandig naamwoord

[B]dezemelm

  1. iemand die veel klaagt of praat over onbelangrijke dingen
     Het is en blijft hier op aarde een gebroken kerk, met ruzies en conflicten. (…) Vooral als er narigheid in de gemeente is. Dat moet Spurgeon toch ook wel 's gehad hebben, dat hij tegen zijn vrouw zei: „Daar heb je die zemel alweer aan de deur."[7]
Verwante begrippen

Werkwoord

vervoeging van
zemelen

[B] zemel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zemelen
    • Ik zemel. 
  2. gebiedende wijs van zemelen
    • Zemel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zemelen
    • Zemel je? 
     Maar Allah weet of je daar misschien helemaal niet naar streeft, dus ik zemel maar wat.[8]

Gangbaarheid

  • Het woord zemel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
72 %van de Vlamingen.[9]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. "zemel" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  3. zemel op website: Etymologiebank.nl
  4. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  5. Weblink bron
    Martine Kamsma
    “‘Zo’n stapel boterhammen, dat is geen optimale voeding’” (4 november 2020) op nrc.nl
  6. Weblink bron “Met liefde en respect. Deel 1: Het devies.”, 9e druk (1987), De Boekerij, Amsterdam, ISBN 9022507114, p. 140
  7. Weblink bron
    H. de Vries
    M. Dankers: „Wat ik in Hardinxveld bij ds. Van der Poel hoorde, las ik bij Spurgeon" : Een oud-gereformeerde blik op Charles H. Spurgeon, Terdege BV, Apeldoorn in: Terdege , jrg. 9 nr. 9 (29 januari 1992), p. 21 kol. 1
  8. Weblink bron
    Rudy Kousbroek geciteerd door R.L.K. Fokkema
    “Het komplot der Vijftigers. Een literair-historische documentaire.” (1979), De Bezige Bij, Amsterdam, ISBN 90 234 1531 0, p. 215
  9. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.