zendbode

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zendbode    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zend·bo·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zendbode zendboden
zendbodes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dezendbodem

  1. iemand die gezonden werd met een boodschap of als afgevaardigde
    • De zendbode is door de telefoon en het internet geheel overbodig geworden. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'zendbode' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
70 %van de Nederlanders;
77 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.