ziege

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ziege    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • zie·ge
enkelvoud meervoud
naamwoord ziege ziegen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

ziege

  1. (straalvinnigen) Pelecus cultratus  een straalvinnige vis uit de familie van de karpers (Cyprinidae ) die behoort tot de orde van de karperachtigen (Cypriniformes ). De vis kan maximaal 60 cm lang en 2000 gram zwaar worden. De hoogst geregistreerde leeftijd is 11 jaar
Hyperoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'ziege' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Limburgs

Uitspraak
  • IPA:
    • (Etsbergs): /ˈziːɣɐ/
    • (Montforts): /ˈziːɣə/
    • (Rothenbachs): /ˈziːʒɐ/
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ziege
zeeg
gezege
klasse 1 volledig

Werkwoord

ziege

  1. zijgen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.