ziekenhuispsychiater
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ziekenhuispsychiater (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zie·ken·huis·psy·chi·a·ter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ziekenhuis en psychiater
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ziekenhuispsychiater | ziekenhuispsychiaters |
verkleinwoord | ziekenhuispsychiatertje | ziekenhuispsychiatertjes |
Zelfstandig naamwoord
de ziekenhuispsychiater m
- een psychiater werkzaam in een ziekenhuis.
- De ziekenhuispsychiater heeft kantoor op de vierde verdieping.
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'ziekenhuispsychiater' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.