ziekteattest

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ziekteattest    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ziek·te·at·test
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ziekteattest ziekteattesten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het ziekteattest o

  1. officiële verklaring van een arts waarin staat dat iemand zo ziek is dat hij of zij niet kan werken of naar school gaan
    ▸ ‘De artsen in kwestie schaden een hele beroepsgroep. 95% van de huisartsen gaat zeer correct om met het uitschrijven van ziekteattesten’, aldus Van Peel.[1]
    ▸ De persoon met burn-outverschijnselen stapt dus naar de huisarts en krijgt een ziekteattest om een tijdje thuis te mogen blijven.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord ziekteattest staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. ↑ Weblink bron
    bvb
    “N-VA wil meldpunt voor dokters die valse ziektebriefjes schrijven” (09/08/2016), De Standaard
  2. ↑ Weblink bron
    PIET VERBEES
    “"Drie maanden na een burn-out zou je batterij terug opgeladen moeten zijn"” (27 april 2018), De Morgen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.