zodenbemester

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zodenbemester    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈzodə(n)bəˌmɛstər/ (5 lettergrepen)
Woordafbreking
  • zo·den·be·mes·ter
Woordherkomst en -opbouw
  • samenstellen afgeleid uit  zode zn  en  bemesten ww  met het achtervoegsel -er, geschreven met een tussen-n volgens spellingregel 8.A
enkelvoud meervoud
naamwoord zodenbemester zodenbemesters
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dezodenbemesterm

  1. (landbouw) werktuig dat smalle sleuven in de grond maakt, daar drijfmest in spuit en ze daarna weer dichtdrukt, zodat de mest vooral bij de plantenwortels terechtkomt en niet in de omgeving belandt
     Door middel van een ‘mestinjecteur’ wordt de mest rechtstreeks in de gespoten en de ‘zodenbemester’ snijdt netjes plakjes grond los om daar mest onder te spuiten.[1]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord zodenbemester staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    I.M. de Klerk
    Vreemde vogels en slimme apen in: Provinciale Zeeuwse Courant , jrg. 234 nr. 25 (30 januari 1991), p. 9 kol. 8
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.