zoenaltaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zoenaltaar    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zoen·al·taar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zoenaltaar zoenaltaren
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetzoenaltaaro

  1. (religie) het altaar waarop een zoenoffer gebracht wordt
    • "Knielt, Christenschaar, voor 't zoenaltaar, uw God rust daar,
      Knielt biddend neer en brengt uw Heer dank, lof, en eer.".
       

Gangbaarheid

  • Het woord 'zoenaltaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.