zoetwaren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zoetwaren    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈzutwarə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • zoet·wa·ren
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zoetwaar zoetwaren
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dezoetwarenmv

  1. (voeding) categorie producten die waarvan de smaak door suiker wordt bepaald
    • Nederlanders aten liever zoetwaren als koekjes en chocolade tijdens de koffie- en theepauze. [1]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord zoetwaren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.