zomerverblijf

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zomerverblijf    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zo·mer·ver·blijf
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zomerverblijf zomerverblijven
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetzomerverblijfo

  1. woning om tijdens de zomermaanden (in de vakantie) in te wonen, meestal gelegen buiten de stad
     Want jawel, de familie Andersson kwam eigenlijk uit Gôteborg en had nog steeds een zomerverblijf op Marstrand.[1]
Verwante begrippen
Antoniemen
  • winterverblijf

Gangbaarheid

  • Het woord zomerverblijf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044632767
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.