zomerzon

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zomerzon    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈzomərˌzɔn/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • zo·mer·zon
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zomerzon zomerzonnen
verkleinwoord zomerzonnetje zomerzonnetjes

Zelfstandig naamwoord

dezomerzonv/m

  1. zon zoals die in de lichtste en warmste periode van het jaar wordt gezien en gevoeld

Gangbaarheid

  • Het woord zomerzon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.