zomerzon
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zomerzon (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzomərˌzɔn / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- zo·mer·zon
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zomer zn en zon zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zomerzon | zomerzonnen |
verkleinwoord | zomerzonnetje | zomerzonnetjes |
Zelfstandig naamwoord
de zomerzon v / m
- zon zoals die in de lichtste en warmste periode van het jaar wordt gezien en gevoeld
Gangbaarheid
- Het woord zomerzon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zomerzon" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.