zonard

Frans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

zonard m

  1. (spreektaal) (verouderd) (uitsluitend Frankrijk) soldaat der eerste klas
  2. (spreektaal) (pejoratief) (uitsluitend Frankrijk) min of meer criminele bewoner van de ‘zone’ (voorstad van grote stad)
    «Qui est-ce qui met le feu aux buildings? C’est toujours ces zonards
    Wie steekt de flatgebouwen in brand? Dat zijn altijd die gozers uit de voorstad! [2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.