zondagsschot

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zondagsschot    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zon·dags·schot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zondagsschot zondagsschoten
verkleinwoord zondagsschotje zondagsschotjes

Zelfstandig naamwoord

hetzondagsschoto

  1. (voetbal) een wild schot dat gelukkigerwijze in het doel belandt
    • Hij bracht met een zondagsschot zijn team op voorsprong. 

Gangbaarheid

  • Het woord zondagsschot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.