zoogperiode

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zoogperiode    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zoog·pe·ri·o·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zoogperiode zoogperioden
zoogperiodes
verkleinwoord zoogperiodetje zoogperiodetjes

Zelfstandig naamwoord

dezoogperiodev

  1. (fysiologie) de periode waarin een jong dier door de moeder gezoogd wordt.
    • Tijdens de zoogperiode kreeg de baby moedermelk te drinken. 

Gangbaarheid

  • Het woord zoogperiode staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.