fysiologie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fysiologie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fy·sio·lo·gie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘verrichtingsleer’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
  • met het voorvoegsel fysio- met het achtervoegsel -logie [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord fysiologie
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

defysiologiev

  1. (wetenschap) (biologie) de wetenschap die de levensverrichtingen (zoals de stofwisseling) van organismen bestudeert.
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord fysiologie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Limburgs

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Zelfstandig naamwoord

fysiologie

  1. (wetenschap) fysiologie
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.