zorgbestuurder

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zorgbestuurder    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zorg·be·stuur·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zorgbestuurder zorgbestuurders
verkleinwoord zorgbestuurdertje zorgbestuurdertjes

Zelfstandig naamwoord

dezorgbestuurderm

  1. (beroep) iemand met een leidinggevende functie in de zorg
    • Zorgbestuurder verdiende een ton (100.000 euro) in één maand (!) [1] 

Gangbaarheid

  • Het woord zorgbestuurder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.