zorgcentrum
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zorgcentrum (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zorg·cen·trum
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zorg zn en centrum zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zorgcentrum | zorgcentra zorgcentrums |
verkleinwoord | zorgcentrumpje | zorgcentrumpjes |
Zelfstandig naamwoord
het zorgcentrum o
- het centrum waar zorg geleverd wordt.
- In het zorgcentrum kreeg mevrouw fysiotherapie.
- ▸ Het idee voor een camping voor de oudere bewoners van zorgcentra stamt uit 2016. Toen was er voor een eerst een pop-upkampeerterrein bij verzorgingshuis Hof van Smeden in Emmeloord.[1]
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord zorgcentrum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “97 jaar oud en toch op de camping in Emmeloord” (23 juni 2022), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.