zorggroep
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zorggroep (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zorg·groep
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zorg en groep
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zorggroep | zorggroepen |
verkleinwoord | zorggroepje | zorggroepjes |
Zelfstandig naamwoord
de zorggroep v / m
- een groep van zorgaanbieders en/of zorgproducten.
Gangbaarheid
- Het woord zorggroep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zorggroep" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.