zorro

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: (Spanje) /ˈθoro/, (Latijns-Amerika) /ˈsoro/
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
zorro zorros

Zelfstandig naamwoord

zorro m

  1. (roofdieren) vos, Vulpes vulpes 
    1. (Spanje), (Latijns-Amerika) ook als benaming voor diverse andere vosachtigen, m.n. (Cuba, Bolivia, Ecuador, Peru, Venezuela e.a.) stinkdier
  2. (kleding) vossenbont
  3. (figuurlijk) een sluwe persoon, man
  4. (figuurlijk) luilak, luiwammes

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.