zuchtig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zuchtig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zuch·tig
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van zucht (stam van het werkwoord zuchten) met het achtervoegsel -ig
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen zuchtigzuchtigerzuchtigst
verbogen zuchtigezuchtigerezuchtigste
partitief zuchtigszuchtigers-

Bijvoeglijk naamwoord

zuchtig

  1. (psychologie) een onbedwingbaar verlangen naar iets koesterend
    • Vandaar dat wij nu reeds kunnen stellen dat er geen zuchtige mens bestaat, maar een heterogene groep van zuchtige mensen, van neurotici tot psychopathen, van defectueuze organisch-cerebraal gestoorden tot schizofreen gestoorden.[1] 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord zuchtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
71 %van de Nederlanders;
67 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.