zwakkere
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zwakkere (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zwak·ke·re
Bijvoeglijk naamwoord
zwakkere
- verbogen vorm van de vergrotende trap van zwak
- ▸ Toch ging het tegen Krons principes in om zich aan een zwakkere persoon te vergrijpen.[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwakkere | zwakkeren |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de zwakkere v / m
- iemand die in een zwakke positie verkeerd
- ▸ Ook als we over revolutie praten, over macht en zwakkeren, politiek, Methode, economie, algemeen en persoonlijk welzijn, ook als we duizenden andere begrippen uitvinden om te formuleren wat ons belangrijk en gecompliceerd lijkt - het blijft altijd hetzelfde: een zaak onder mensen.[2]
Gangbaarheid
- Het woord zwakkere staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ “Ons soort mensen” (2016), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026334672
- ↑ “Corps delcti” (2009), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789041417480
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.