zwelger

Nederlands

Uitspraak

Geluid: zwelger (hulp, bestand)

Woordafbreking

zwel·ger

Woordherkomst en -opbouw

naamwoord van handeling van zwelgen met het achtervoegsel -er^[1]

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	zwelger	zwelgers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zwelger m

iemand die veel eet en drinkt
▸ Professioneel zwelger Joey Chestnut zette na het wereldrecord hamburgers eten en het wereldrecord hot dogs eten ook dat van de kippevleugeltjes op zijn naam. Chestnut verorberde maar liefst 182 stuks.^[2]

Synoniemen

veelvraat, vreetzak, slemper, brasser, gulzigaard, zuiper, wellusteling

Antoniemen

asceet

Vertalingen

1. iemand die veel kan eten en drinken

Engels: feaster ^(en), reveller ^(en), guzzler ^(en),

Gangbaarheid

Het woord 'zwelger' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
↑ Weblink bron
jav
“Joey Chestnut onbetwist eetkampioen” (03/02/2007), De Standaard

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.