zwembadpersoneel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zwembadpersoneel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zwem·bad·per·so·neel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zwembadpersoneel -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetzwembadpersoneelo

  1. het personeel dat werkzaam is in een zwembad
    • Het zwembadpersoneel genoot van het goede weer. 

Gangbaarheid

  • Het woord zwembadpersoneel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.