zwijmel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zwijmel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zwij·mel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwijmel | zwijmels |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de zwijmel m
Afgeleide begrippen
- zwijmelbeker, zwijmeldronken, zwijmelfilm, zwijmelroes
Vertalingen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
zwijmelen |
zwijmel
Gangbaarheid
- Het woord zwijmel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zwijmel" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
75 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ zwijmel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.