zwin

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zwin    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zwin
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘kreek’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1028 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord zwin zwinnen
verkleinwoord zwinnetje zwinnetjes

Zelfstandig naamwoord

hetzwino

  1. een verdieping in het zand van het strand evenwijdig aan de kust
    • Bij eb spelen kinderen vaak in het lauwe water van een zwin. 
Antoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord zwin staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
41 %van de Nederlanders;
84 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.