zwinkokkel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zwinkokkel    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • zwin·kok·kel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zwinkokkel zwinkokkels
verkleinwoord zwinkokkeltje zwinkokkeltjes

Zelfstandig naamwoord

dezwinkokkelm

  1. (tweekleppigen) Venericor planicosta  een fossiel weekdier, waarvan grote aantallen schelpen aanspoelen op de stranden van Cadzand-Bad , Knokke en het zwin. De wetenschappelijke naam kent de volgende synoniemen
Hyperoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'zwinkokkel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.