zwingelaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zwingelaar    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zwin·ge·laar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zwingelaar zwingelaars
verkleinwoord zwingelaartje zwingelaartjes

Zelfstandig naamwoord

dezwingelaarm

  1. (beroep) iemand die vlas bewerkt door het te zwingelen
    • Er zijn weinig zwingelaars meer. 
Hyponiemen
  • vlaszwingelaar

Gangbaarheid

  • Het woord zwingelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.