Fins
Nederlands
| ISO 639-3 |
|---|
| fin |
| bestand |
Uitspraak
- Geluid: Fins (hulp, bestand)
- IPA: /fɪns/
Woordafbreking
- Fins
Woordherkomst en -opbouw
| enkelvoud | bezitsvorm | meervoud | |
|---|---|---|---|
| naamwoord | Fins | - | - |
| verkleinwoord | - | - | - |
het Fins o
- geen meervoud (taal) taal die wordt gesproken in Finland
- Het Fins kent geen geslachten voor woorden.
Verwante begrippen
Vertalingen
1. een taal die wordt gesproken in Finland
| stellend | vergrotend | overtreffend | |
|---|---|---|---|
| onverbogen | Fins | Finser | Finst |
| verbogen | Finse | Finsere | Finste |
| partitief | Fins | Finsers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
Fins
- (demoniem) betreffende Finland of het Fins
- Er is een Finse jongen bij ons op school gekomen.
Verwante begrippen
| Demoniemen bij Finland in het Nederlands | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Vertalingen
1. betreffende Finland of het Fins
|
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord Fins staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Achterhoeks
Zelfstandig naamwoord
Fins
Verwante begrippen
Afrikaans
Zelfstandig naamwoord
Fins
Nedersaksisch
Zelfstandig naamwoord
Fins
Verwante begrippen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Twents
Zelfstandig naamwoord
Fins
Verwante begrippen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.