verbinding

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verbinding    (hulp, bestand)
  • IPA: /vərˈbɪndɪŋ/ (3 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /vər.ˈbɪn.dɪŋ/
    • (Vlaanderen, Brabant): /vər.ˈbɪn.dɪŋ/
    • (Limburg): /vɛr.ˈbɪn.dɪŋ(g)/
Woordafbreking
  • ver·bin·ding
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van verbinden met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud meervoud
naamwoord verbinding verbindingen
verkleinwoord verbindinkje verbindinkjes

Zelfstandig naamwoord

deverbindingv

  1. iets verbinden of samenvoegen; iets dat twee of meer afzonderlijke delen verbindt
     Ik kon niet bewegen, ik kon geen verbinding maken tussen mijn brein en mijn hand.[1]
     Daar weer achter is de kippenren, die via een luik met een 'kippentrapje' in verbinding staat met de schuur.[2]
  2. (scheikunde) een chemische stof die bestaat uit twee of meer scheikundig elementen, het gaat hierbij om een stof met andere eigenschappen dan de elementen waar het uit is samengesteld
  3. (communicatie) een mogelijkheid een bepaalde plek te bereiken
    • Hij hing de telefoon op toen de verbinding verbroken werd. 
     Teresa zei niets, ze luisterde naar de vrouw, die naar adem leek te happen en toen de verbinding verbrak.[3]
     Zwart was hij door het roet van de hel. En natuurlijk moest hij zich door de schoorsteen ( de oudste offerplaats èn de verbinding van de geestenwereld met die der mensen ) laten zakken, om de cadeautjes bij de kinderschoenen te leggen.[4]
  4. (verkeer) aansluiting op een ander vervoermiddel of lijn
    • Die buslijn is maar een slechte verbinding. 
  5. overeenkomst
     Een zwart-wit beeld uit de jaren vijftig van de vorige eeuw: regen op het Lodewijk Napoleonplein in Assen, een man met een paraplu laat zijn honden uit, huizen van baksteen onder steile driehoekige daken. Er is maar een verbinding met het beeld van de schamele behuizingen in Tutwiler, Mississippi: de blues.[5]
  6. (psychologie) onderling begrip en waardering
     Dan komt er altijd vanzelf een moment waarop ego's openbreken en er verzachting en verbinding kan ontstaan.[6]
     Daar weer achter is de kippenren, die via een luik met een 'kippentrapje' in verbinding staat met de schuur.[2]
  1. [1] connectie
  2. [2] stof, product, composietmateriaal
  3. [3] connectie
  4. [4] aansluiting, lijn
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord verbinding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[7]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. “De Camino” (2021), Luitingh-Sijthoff , ISBN 9789024582280
  2. 1 2
    Teuntje de Haan
    “Een muur van water” (2018), Em. Querido's Uitgeverij , ISBN 9789021409375
  3. Jessie Burton vert. Marja Borg
    “De muze” (2017), Luitingh-Sijthoff , ISBN 9789024574704
  4. “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat , p. 14
  5. Weblink bron “Window of my eyes: Harry Muskee en de verloren tijd” (zaterdag 16 januari 2016, 13:44), NOS
  6. Marion Pauw e.a.
    “4 wandelaars en een Siciliaan” (2022), The House of Books, ISBN 9789044363340
  7. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Afrikaans

enkelvoud meervoud
naamwoord verbinding verbindings

Zelfstandig naamwoord

verbinding

  1. verbinding