Ärmel
Duits
Uitspraak
- Geluid: Ärmel (hulp, bestand)
- IPA: /ˈɛʁml̩/
Woordafbreking
- Är·mel
Zelfstandig naamwoord
Ärmel m
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | der Ärmel | die Ärmel |
genitief | des Ärmels | der Ärmel |
datief | dem Ärmel | den Ärmeln |
accusatief | den Ärmel | die Ärmel |
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.