ĵaŭdo

Esperanto

Uitspraak
  • IPA: /'ʒawdo/
  enkelvoud meervoud
nominatief   ĵaŭdo     ĵaŭdoj  
accusatief   ĵaŭdon     ĵaŭdojn  

Zelfstandig naamwoord

ĵaŭdo

  1. donderdag


Dagen in het Esperanto
lundo
maandag
mardo
dinsdag
merkredo
woensdag
ĵaŭdo
donderdag
vendredo
vrijdag
sabato
zaterdag
dimanĉo
zondag
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.