vendredo
Esperanto
Uitspraak
- IPA: /ven'dredo/
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | vendredo | vendredoj |
accusatief | vendredon | vendredojn |
Zelfstandig naamwoord
vendredo
Dagen in het Esperanto | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
lundo maandag |
mardo dinsdag |
merkredo woensdag |
ĵaŭdo donderdag |
vendredo vrijdag |
sabato zaterdag |
dimanĉo zondag |
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.