овца

Bulgaars

Zelfstandig naamwoord

овца

  1. (evenhoevigen) schaap

Macedonisch

Zelfstandig naamwoord

овца

  1. (evenhoevigen) schaap

Russisch

Uitspraak
  • Geluid:  овца    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɐfˈt͡sa/
Woordafbreking
  • ов-ца́
о́вцах enkelvoud meervoud
nominatief овца́о́вцы
genitief овцы́ове́ц
datief овце́о́вцам
accusatief овцу́ове́ц
instrumentalis овцо́й
овцо́ю
locatief о́вцами овце́

Zelfstandig naamwoord

овца v bezield

  1. (evenhoevigen) schaap
  2. ooi
Schrijfwijzen
  • Latijnse transcriptie: ovcá
Antoniemen
  • [2] баран

Servisch

Zelfstandig naamwoord

овца

  1. (evenhoevigen) schaap
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.