Bengalees

Nederlands

ISO 639-3
ben
bestand
Uitspraak
  • Geluid:  Bengalees    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌbɛŋɣaˈles/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • Ben·ga·lees
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoudbezitsvorm meervoud
naamwoord Bengalees- -
verkleinwoord -- -

Eigennaam

hetBengaleeso

  1. geen meervoud (taal) Indo-Europese taal gesproken door 280 miljoen mensen in Bangladesh en het oosten van India
enkelvoud meervoud
naamwoord Bengalees Bengalezen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deBengaleesm

  1. (demoniem) een inwoner van Bangladesh, of iemand afkomstig uit Bangladesh
Synoniemen
Verwante begrippen
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen BengaleesBengaleserBengaleest
verbogen BengaleseBengalesereBengaleeste
partitief BengaleesBengalesers-

Bijvoeglijk naamwoord

Bengalees

  1. (demoniem) op Bangladesh betrekking hebbend
    • Unaccustomed Earth van de Amerikaans-Indiase schrijfster Jhumpa Lahiri. De juryleden vonden dat Lahiri’s verhalenbundel zo hoog boven de concurrentie uittorende, dat ze het boek uit de longlist plukten en de schrijfster meteen de prijs ter waarde van 35.000 euro toekenden, zo schrijft The Guardian. Lahiri’s verzameling van acht korte verhalen over de ervaringen van Bengalese migranten liet zelfs boeken van Roddy Doyle en Booker Prize-winnares Anne Enright achter zich.[1] 

Gangbaarheid

  • Het woord Bengalees staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Sebastiaan Kort, Arjen Fortuin, Dirk Leyman, Roelof van Gelder 11 juli 2008NRC
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.