-paat

Nederlands

Huidig
bestand
6
Uitspraak
  • Geluid:  -paat    (hulp, bestand)
Woordherkomst en -opbouw

Achtervoegsel

-paat [2] [3]

  1. (psychologie) (medisch) lijder aan iets
  2. (medisch) iemand met gevoel voor iets en die mogelijk bij lijden kan helpen
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • allopaat, magnetopaat, naturopaat, neuropaat
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord '-paat' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.