Abraham
Niet te verwarren met: abraham |
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: Abraham (hulp, bestand)
- IPA: / ˈabrahɑm / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- Abra·ham
Woordherkomst en -opbouw
- vernederlandste vorm van Hebreeuws אַבְרָהָם en (avraham), de naam van de Bijbelse figuur Abraham [1] [2] [3] [4]
enkelvoud | bezitsvorm | meervoud | |
---|---|---|---|
naamwoord | Abraham | Abrahams | Abrahams |
verkleinwoord | Abrahammetje | Abrahammetjes | Abrahammetjes |
Eigennaam
Abraham m
- (religie) volgens de Hebreeuwse Bijbel de aartsvader van Joden en Arabieren
- In sommige geloven speelt Abraham een belangrijke rol.
- (mannelijke naam) mannelijke voornaam
Synoniemen
Verwante begrippen
- [1] Sarah v
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
- Abraham gezien hebben
(Van een man) Ouder zijn dan 50 jaar
- In Abrahams schoot zitten
Het goed hebben
- Weten waar Abraham de mosterd haalt
Door ervaring goed op de hoogte zijn
Meer informatie
- Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord Abraham staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Abraham op website: Etymologiebank.nl
- ↑ verklaring: Abraham in de Nederlandse Voornamenbank van het Meertens Instituut op de website van de KNAW
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.