Accessoire
Duits
Uitspraak
- IPA: /aksɛˈso̯aːɐ̯/
Woordafbreking
- Ac·ces·soire
Zelfstandig naamwoord
Accessoire o
- accessoire
- «Es gibt auffällige, modische, stilsichere Accessoires.»
- Er zijn opvallende, modieuze en stijlvaste accessoires.
- «Die Accessoires werden aufeinander abgestimmt.»
- De accessoires worden op elkaar afgestemd.
- «Es gibt auffällige, modische, stilsichere Accessoires.»
Verbuiging
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| nominatief | das Accessoire | die Accessoires |
| genitief | des Accessoires | der Accessoires |
| datief | dem Accessoire | den Accessoires |
| accusatief | das Accessoire | die Accessoires |
Verwante begrippen
- (schmückendes) Beiwerk, Extra, Nippes, Schmuck
Hyperoniemen
- Ausstattung, Dekoration, Einrichtung, Zubehör, Zusatzaustattung
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.