Akademiker

Duits

Uitspraak
  • IPA: /akaˈdeːmikɐ/
Woordafbreking
  • Aka·de·mi·ker

Zelfstandig naamwoord

Akademiker m

  1. academicus
    «Akademiker kann man nur durch eine Ausbildung an einer Hochschule werden.»
    Academicus kan men enkel door een opleiding aan een hogeschool worden.
  2. (zelden) een mannelijk lid van een academie.
Verbuiging
Verwante begrippen
  • [1] Gelehrter, Studierter
  • [2] Akademiemitglied
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.