Anglais
Niet te verwarren met: anglais |
Frans
Uitspraak
- Geluid: Anglais (hulp, bestand)
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord | |
mannelijk | Anglais | l'Anglais | Anglais | les Anglais |
vrouwelijk | Anglaise | l'Anglaise | Anglaises | les Anglaises |
Zelfstandig naamwoord
Anglais m enk
- Engelsman
- «Cet Anglais ne parle pas le français.»
- Deze Engelsman spreekt geen Frans.
- «Cet Anglais ne parle pas le français.»
Anglais m mv
- groep Engelsen waaronder minstens één man
- «Ces Anglais ne parlent pas le français.»
- Deze Engelsen spreken geen Frans.
- «Ces Anglais ne parlent pas le français.»
- (spreektaal) menstruatie
- «Je bosse de nuit alors que j'ai horreur de ça et maintenant voilà que les Anglais débarquent.»
- Ik werk 's nachts, terwijl ik daar de pest aan heb en nu word ik ook nog ongesteld (letterlijk: de Engelsen komen aan wal). [1]
- «Je bosse de nuit alors que j'ai horreur de ça et maintenant voilà que les Anglais débarquent.»
Verwante begrippen
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.