Engelsman

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  Engelsman    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɛŋəlsˌmɑn/ (3 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ɛ.ŋɔɫs.mɑn/, /ɛ.ŋəɫs.mɑn/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ɛ.ŋəɫs.mɑn/
    • (Limburg): /ɛ.ŋəls.man/
Woordafbreking
  • En·gels·man
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Engelsman Engelsen
Engelsmannen
verkleinwoord Engelsmannetje Engelsmannetjes

Zelfstandig naamwoord

deEngelsmanm

  1. (demoniem) iemand die in Engeland woont
    • De handelaar was een Engelsman. 
     En daarom makkelijk te haten. Nog makkelijker in de basale situatie wanneer het om de Engelsman of jezelf ging.[1]
     Engeland was ook het probleem niet, er was geen enkele reden voor mededogen met de onmenselijke Engelsen.[2]
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord Engelsman staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044625691
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.