Ansprache

Duits

Uitspraak
  • Geluid:  Ansprache    (hulp, bestand)
  • IPA: / ˈanʃpraxə /
Woordafbreking
  • An·spra·che
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie 14930
enkelvoud meervoud
nominatief die Ansprachedie Ansprachen
genitief der Anspracheder Ansprachen
datief der Anspracheden Ansprachen
accusatief die Ansprachedie Ansprachen

Zelfstandig naamwoord

Ansprache, v

  1. (formeel) een korte rede
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.