Antonym
Duits
Uitspraak
- Geluid: Antonym (hulp, bestand)
- IPA: /antoˈnyːm/
Woordafbreking
- An·to·nym
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van het Griekse αντί (antí) "tegen" en ὄνομα (ónoma) "naam".
Zelfstandig naamwoord
Antonym o
- antoniem
- «Das Antonym zu „groß“ ist „klein“.»
- Het antoniem van "groot" is "klein".
- «Das Antonym zu „groß“ ist „klein“.»
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | das Antonym | die Antonyme |
genitief | des Antonyms | der Antonyme |
datief | dem Antonym | den Antonymen |
accusatief | das Antonym | die Antonyme |
Synoniemen
- Gegensatzwort, Gegenwort, Oppositionswort
Antoniemen
- Synonym, Gleichwort, Bedeutungsgleichwort
Hyperoniemen
- Bedeutungsbeziehung, Wort
Hyponiemen
- Antagonym, Autoantonym, Quasiantonym
Afgeleide begrippen
- antonym, Antonymie
Gelijkklinkende woorden
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.