Baum

Duits

Uitspraak
  • Geluid:  audio    (hulp, bestand)
  • IPA: /baʊ̯m/
Woordafbreking
  • Baum

Zelfstandig naamwoord

Baum m

  1. boom
    «Der Baum nimmt uns das Sonnenlicht.»
    De boom ontneemt ons het zonlicht.
Verbuiging
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.