Erbse

Duits

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˈɛʁpsə/
Woordafbreking
  • Erb·se
Naar frequentie 39683
enkelvoud meervoud
nominatief die Erbsedie Erbsen
genitief der Erbseder Erbsen
datief der Erbseden Erbsen
accusatief die Erbsedie Erbsen

Zelfstandig naamwoord

Erbse, v

  1. erwt
    «Heute gibt's Erbsen und Karotten.»
    Vandaag eten we erwten en wortels.
Hyponiemen
Afgeleide begrippen


Pennsylvania-Duits

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈɛrpsə /
Woordafbreking
  • Erb·se

Zelfstandig naamwoord

Erbse

  1. vrouwelijk meervoud van Erbs
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.