Faschtzeit

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • Fascht·zeit
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Faschtzeitdie FaschtzeitFaschtzeidedie Faschtzeide
datief re Faschtzeitder FaschtzeitFaschtzeidede Faschtzeide
accusatief en Faschtzeitdie FaschtzeitFaschtzeidedie Faschtzeide

Zelfstandig naamwoord

Faschtzeit, v

  1. (religie) vasten, vastentijd
Opmerkingen

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.