Feuerzeug

Duits

Uitspraak
  • Geluid:  Feuerzeug    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈfɔɪ̯ɐˌtsɔɪ̯k/
Woordafbreking
  • Feu·er·zeug
enkelvoud meervoud
nominatief das Feuerzeugdie Feuerzeuge
genitief des Feuerzeuges
des Feuerzeugs
der Feuerzeuge
datief dem Feuerzeug
dem Feuerzeuge
den Feuerzeugen
accusatief das Feuerzeugdie Feuerzeuge

Zelfstandig naamwoord

Feuerzeug o

  1. aansteker
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.